Bijna elke sector van de samenleving in de islamitische Republiek Pakistan heeft geleden van de impact van het terroristische geweld in de afgelopen jaren, terwijl de media, onder druk van de overheid, nagelaten heeft overtredingen van mensenrechten in antiterrorisme-operaties te rapporteren of daar kritiek op te leveren.
Pakistan is een door mannen gedomineerd land waar een 15-jarige meisje genaamd Malala Yousafzai in 2012 door haar hoofd werd geschoten omdat ze de Taliban extremisten tartte en eiste dat het meisjes zoals zij toegestaan wordt om naar school te gaan. Haar verhaal boeide de hele wereld en Yousafzai deelde de 2014 Nobelprijs voor de Vrede voor het feit dat ze zich voortdurend uitspreekt over het belang van onderwijs voor vrouwen in Pakistan, waarvan 70 procent zich ofwel niet inschrijft op school ofwel niet voorbij het basisniveau komt.
Niet veel mensen buiten Pakistan weten van Ihsan Ullah Hanjra, wiens werk voor de rechten van vrouwen net zo uitmuntend is als Yousafzai’s onverschrokken oppositie tegen Islamitisch fanatisme. Ullah Hanjra is een patent, handelsmerken, auteursrechten en strafrechtspecialist en heeft sinds 2004 gevochten voor de rechten van vrouwen, kinderen en religieuze groeperingen.
Hij ontdekte YHRI toen hij in 2014 een Nationale Commissie voor Gerechtigheid bijeenkomst bijwoonde. Daarop werd hij een van de meest vooraanstaande mensenrechtenvoorstander in het land. Tot juni 2017 had Ullah Hanjra meer dan 2000 jongeren en 420 leraren getraind om mensenrechtenonderwijs te geven in 318 scholen in zijn woonplaats Lahore, zowel Pakistans culturele hoofdstad als de politieke hoofdstad van Punjab, de dichtstbevolkte provincie van het land.
Als bewijs voor deze mensenrechtenbeweging, heeft de staat de Punjab Bescherming van Vrouwen tegen het Geweld Wet aangenomen. De wet was door Ullah Hanjra zelf opgesteld. Hij had zelf persoonlijk gelobbyd bij 189 wetgevers van de staat. Dit is de eerste keer dat er een officieel veiligheidsnet voor vrouwen bestaat in Pakistan.
