Volgend op een 26-jaar durende burgeroorlog die in 2009 eindigde na het verlies van meer dan 100.000 levens, zit de multiculturele eilandstaat van Sri Lanka midden in een politiek verzoeningsproces, vergezeld van reeds lang beloofde hervormingen.
Dus is het gepast dat een plaatselijke afdeling van Jongeren voor Mensenrechten Internationaal (YHRI) een verreikend verschil uitmaakt in het leven van mensen door middel van een breed scala aan humanitaire activiteiten. Het wordt “Team 29: Verantwoordelijkheid” genoemd en bestaat het uit gewetensvolle jonge Sri Lankanen van diverse geloofsovertuigingen die mensen voorlichten over mensenrechten. Daarmee bevorderen ze overheidsaansprakelijkheid en bieden ze hoop voor slachtoffers van geweld en discriminatie.
Team 29: Verantwoordelijkheid is vernoemd naar Artikel 29 van De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Die legt de nadruk op bepaalde taken, rechten en vrijheden in een democratische samenleving. De groep is het geesteskind van Ahmad Yehiya, een verkoop en marketing professional die gedurende zijn hele leven te maken heeft gehad met aanzienlijke discriminatie omdat hij een Moslim in een overwegend boeddhistische land is.
Yehiya ontdekte YHRI in 2014 tijdens de jaarlijkse conferentie in Sri Lanka. Hij vroeg een YHRI-kit online aan en begon mensenrechtenlezingen en -materialen te geven aan kleine groepen in scholen, clubs en bedrijven. Het werk van Team 29 is talloze malen in Sunday Island, opgenomen, Sri Lanka’s toonaangevende nationale tijdschrift, dat zoveel als 250.000 lezers bereikt.
Naast de ontwikkeling van een onderwijsprogramma over mensenrechten in samenwerking met grote mensenrechtengroepen in Sri Lanka, runt Team 29 een Mobiele Bewustzijnseenheid die Wat Zijn Mensenrechten? boekjes uitdeelt in de buurten, op treinstations, in tempels en in landelijke gebieden.
“Ik kan misschien niet de hele plaatselijke bevolking hier bereiken, maar ik weet zeker dat ik een enorm verschil maak voor de honderden mensen die ik wel kan onderwijzen over mensenrechten”, zegt Yehira.
